Groen licht voor miljoenen techniekonderwijs vmbo in Zuidoost-Brabant

OIRSCHOT – Vijf scholen in de regio kunnen de komende vier jaar gezamenlijk 7,43 miljoen euro tegemoet zien voor het stimuleren van techniekonderwijs op het vmbo. Hun plan voor de besteding van dat geld heeft groen licht gekregen.

Bron: ED

Het imago van techniek moet verbeterd worden, zegt Rob van der Vorst, directeur onderwijs van het Kempenhorst College in Oirschot. Zeker ook richting meisjes. „Het vieze-nagels-idee moet eraf. Het design- en interieurgedeelte binnen het technisch profiel is ook voor hen aantrekkelijk. Dat moet je uitbouwen.”

Het is slechts een onderdeel van alle projecten die het Kempenhorst College de komende jaren wil optuigen samen met het Commanderij College in Gemert en Laarbeek, het Pius X-College in Bladel, het Rythovius College en SO-VSO De Groote Aard in Eersel. Het doel is dat meer leerlingen voor technische vmbo-profielen kiezen en in de techniek gaan werken. Daar is nu geld voor: het plan van de vijf samenwerkende scholen is goedgekeurd door de rijksoverheid. Vanaf 1 januari 2020 valt daarom in vier jaar steeds een deel vrij van de eerder toegezegde 7,43 miljoen euro.

Voor opdrachten vanuit het bedrijfsle­ven werken leerlingen veel harder. Ze willen een goede indruk maken

Rob van der Vorst, Directeur onderwijs Kempenhorst College Oirschot

Dat geld is hard nodig, zegt Van der Vorst. „De markt loopt vast. Het aantal vmbo-leerlingen dat voor een technisch profiel kiest en in de maakindustrie gaat werken is te laag. Technische bedrijven in de regio kunnen heel moeilijk aan mensen komen.”

Metselen
De scholen richten zich bij de besteding van het geld op vijf clusters. Een belangrijke is het zorgen voor een doorlopende leerlijn, waarin leerlingen van het basisonderwijs tot de arbeidsmarkt warm gemaakt en gehouden worden voor techniek. „In januari komen hier al basisschoolleerlingen iets doen met techniek.” Ook de doorstroming naar het technisch mbo moet bevorderd worden. Met 20 procent van het geld wordt in de andere profielen meer nadruk gelegd op techniek, denk aan zorgrobots.

Leerlingen enthousiast maken, daar gaat het om. Van der Vorst noemt leren metselen met ‘augmented reality’, waarbij digitale beelden over de werkelijkheid worden gelegd. „De stenen zie je door je bril, maar ze zijn er niet echt.”

De wisselwerking met bedrijven is een tweede belangrijk cluster. De scholen gaan het buitenschools leren bevorderen via stages, bedrijfsbezoeken en gastdocenten vanuit bedrijven. En door het opzetten van een onderwijswerkplaats: een fysieke plek waar de leerling aan de slag kan met echte praktijkvragen. „Voor opdrachten van buitenaf werken leerlingen veel harder”, constateert Van der Vorst. „Ze willen een goede indruk maken.”

Slob
De andere clusters zijn innovatie, professionalisering van de docenten en het up-to-date brengen van onderwijsruimtes en materialen. „Liever lease ik een machine, dan er een te kopen voor tien jaar. In die tijd is het bedrijfsleven al weer drie stappen verder.” Door pakketten samen in te kopen of mensen gezamenlijk te scholen kan het geld zo efficiënt mogelijk benut worden.

Deze week spreekt Van der Vorst onderwijsminister Arie Slob. Hij gaat dan de vraag opwerpen hoe het over vier jaar verder gaat. „Ik hoop dat er structureel geld komt, zodat we de projecten die we nu in gang zetten ook daarna in de lucht kunnen houden.”